Uitzonderlijk kunstboek over het pas gerestaureerde altaarstuk over het waanzinnige leven van de Heilige Dimpna van Geel
Omstreeks 1505 schilderde Goossen Van der Weyden, de kleinzoon van Rogier, een momumentaal altaarstuk dat de verschillende fasen uit het waanzinnige leven van de heilige Dimpna verbeeldt.
Deze Ierse prinses, die in de zesde eeuw op de vlucht sloeg voor haar incestueuze vader, werd in het Kempische Geel het hoofd afgehakt. Door haar tragische einde en onverzettelijke kuisheid werd de prinses vanaf dat moment vereerd als patrones van de geesteszieken. Vanaf de late middeleeuwen trokken pelgrims massaal naar Geel om er een glimp op te vangen van de heilige Dimpna. Ze brachten hulde aan de plaatselijke beroemdheid in de hoop dat ze hun psychische problemen zou verlichten. Ook vandaag staat Geel nog bekend om haar bijzondere omgang met geesteszieken, die er bij inwoners thuis worden opgevangen.
Goossen Van der Weydens altaarstuk is ontstaan op een hoogtepunt van Dimpna’s populariteit. Het huzarenstuk was bestemd voor de abdijkerk van Tongerlo. Vandaag kenmerkt dit werk zich door een opmerkelijke iconografie en een bewogen geschiedenis: een paneel raakte verloren en het drieluik werd zelfs in stukken gezaagd. Uiteindelijk kwam het in handen van een team specialisten uit binnen- en buitenland dat het altaarstuk gedurende drie jaar onderwierp aan een minutieuze restauratie, een titanenwerk waarbij nieuwe technieken werden ingezet. Zo kregen de restauratoren een ongeziene inkijk in het hoofd en het atelier van een vroeg-zestiende-eeuws schilder.
Dit rijk geïllustreerde boek is het resultaat van jarenlang onderzoek en bevat essays van Till-Holger Borchert (Musea Brugge), Stephan Kemperdick (Gemäldegalerie, Staatliche Museen, Berlijn), Katharina Van Cauteren (The Phoebus Foundation, Antwerpen), Lucinda Timmermans (Rijksmuseum, Amsterdam), Patrick Allegaert (Museum Dr. Guislain, Gent) en vele anderen.
Exceptional art book about the altarpiece depicting Saint Dymphna's insane life
Around 1505 Goossen Van der Weyden, Rogier’s grandson, painted a monumental altarpiece depicting the various phases of Saint Dymphna’s insane life.
This Irish princess, who fled her incestuous father in the sixth century, was beheaded in the Kempen village of Geel. On account of her tragic end and uncompromising chastity, the princess was venerated from that moment on as the patron saint of the mentally ill. From the late Middle Ages, pilgrims flocked to Geel in large numbers to catch a glimpse of Saint Dymphna. They paid homage to the local celebrity in the hope that she would alleviate their mental problems. To this day, Geel is known for its unique treatment of the mentally ill, who are cared for at home by locals.
Goossen Van der Weyden’s altarpiece came into being at the height of Dymphna’s popularity. The masterpiece was intended for the church of Tongerlo Abbey. Today this work is characterized by a remarkable iconography and an eventful history: a panel was lost and the triptych was even sawn into pieces. It ultimately came into the hands of a team of specialists from Belgium and abroad who subjected the altarpiece to a meticulous conservation over a period of three years, a colossal undertaking during which new techniques were used. This gave the conservators unprecedented insight into the mind, and workshop, of an early sixteenth-century painter.
This richly illustrated book is the result of years of research and contains essays by Till-Holger Borchert (Musea Brugge), Stephan Kemperdick (Gemäldegalerie, Staatliche Museen, Berlin), Katharina Van Cauteren (The Phoebus Foundation, Antwerp), Lucinda Timmermans (Rijksmuseum, Amsterdam), Patrick Allegaert (Dr. Guislain Museum, Ghent) and many others.
- 29 x 25 cm
- 384 pages
- Hardcover
- Quadrichromy
- English edition
- ISBN 978 94 6388 742 7